terug

De cornea of het hoornvlies is het voorste, doorschijnende vlies van de oogbol waarlangs beelden het oog binnenkomen. Wanneer het zicht blijvend belemmerd wordt door een vervorming of vertroebeling van de cornea, is een corneatransplantatie (ook gekend als corneagreffe of keratoplastie) de enige overblijvende optie om het zicht opnieuw te verbeteren.

Symptomen van hoornvliesaandoening

Een corneatransplantatie kan een verbetering van zicht geven wanneer schade aan de cornea niet meer kan verbeterd worden door andere behandelingen.

Meest voorkomende indicaties voor een corneatransplantatie zijn:

  • Cornea dystrofie (bv. Fuchs) : degeneratieve aandoening die vertroebeling van de cornea veroorzaakt
  • Cornea litteken na bijvoorbeeld een infectie of een trauma
  • Corneaal abces of ulcus waarbij perforatie van de cornea dreigt
  • Keratoconus : een degeneratieve aandoening waardoor deze progressief verdunt en uitstulpt
Hoornvliesgreffe

Soorten corneatransplantatie

Er bestaan verschillende types van corneatransplantatie welke een beter resultaat geven afhankelijk van de locatie van de vervorming of vertroebeling van de cornea. Wanneer de volledige dikte van de cornea vervangen moet worden, zal een volledige corneatransplantatie of penetrerende keratoplastie aangewezen zijn. Bij deze ingreep wordt het volledige hoornvlies met alle cellagen vervangen door donorweefsel. Bij een achterste lamellaire corneatransplantatie (DSAEK of DMEK) wordt enkel het achterste deel van de cornea getransplanteerd. Deze ingreep wordt voornamelijk uitgevoerd bij oogziekten van de binnenste cellaag van het hoornvlies. Fuchs endotheeldystrofie is hierbinnen de meest voorkomende indicatie. Indien nodig en zo mogelijk kan in dezelfde of in een latere operatietijd ook de cataract worden verwijderd. Bij bepaalde oogziekten (bvb. Keratoconus, of cornea litteken) kan een voorste lamellaire corneatransplantatie (DALK of ALK) geïndiceerd zijn, waarbij enkel de middelste en buitenste lagen van het hoornvlies worden getransplanteerd.

De donorcornea’s die voor een dergelijke transplantatie worden gebruikt zijn afkomstig van een weefselbank en moeten voldoen aan talrijke en zeer strenge criteria en kwaliteitstesten. Mede hierdoor is de beschikbaarheid van de donorcornea’s  en de wachttijd voor de ingreep sterk wisselend.


Behandeling van hoornvliesgreffe

hoornvliesgreffe

Verloop van de heelkundige procedure

  • De ingreep verloopt onder lokale of algemene anesthesie
  • Het donorweefsel wordt voorbereid, hetzij over de volledige dikte, hetzij enkel het achterste of voorste deel van de donor cornea
  • Het beschadigde of zieke deel van de receptor cornea wordt verwijderd
  • Bij een volledige corneatransplantatie of DALK wordt het donortransplant over 360° gehecht. Bij een DSAEK en een DMEK wordt het achterste lamellaire transplant in het oog ingebracht en door middel van een luchtbel op zijn plaats gehouden.
  • In overleg met de chirurg wordt de patiënt dezelfde dag ontslagen of zal hij enkele dagen opgenomen blijven

Na de behandeling

Na de ingreep wordt het oog afgedekt met een verband en oogschelp en wordt gestart met de nabehandeling. Antibiotische druppels beschermen het geopereerde oog tegen infectie en cortisone druppels tegen afstoting. De behandeling met cortisone druppels zal traag worden afgebouwd over 6 maanden tot 1 jaar en mogelijks dient een levenslange onderhoudsbehandeling te worden gegeven. Regelmatige controles zijn vereist voor een goede opvolging, zeker in de beginperiode.

Zware fysiek inspanningen, (water)sport en sauna zijn verboden tijdens de eerste maand. De normale dagelijkse activiteiten en (beeldscherm)werk kunnen meestal snel worden hervat.

De snelheid waarmee het zicht zich herstelt kan schommelen tussen enkele weken en meerdere maanden en is onder andere afhankelijk van het type transplantatie. Een aangepaste bril of contactlenzen zullen zo snel als mogelijk worden voorgeschreven.

Resultaten

Cornea transplantaties hebben een hoog slaagpercentage en bieden talrijke voordelen:

  • Verbetering van het zicht door het herstel van de transparantie van het hoornvlies
  • Verbetering van het uitzicht van het oog wanneer een litteken of vertroebeling het natuurlijke uitzicht van het oog aantast
  • Verbetering van pijn en hinder wanneer de transplantatie werd uitgevoerd igv een abces of een litteken dat discomfort veroorzaakt

Risico's

In vergelijking met een volledige corneatranspantatie worden er bij lamellaire transplantaties kleinere incisies gemaakt en zijn er minder hechtingen nodig. Hierdoor is de genezing sneller en de kans op complicaties kleiner.

De belangrijkste complicaties na een corneatransplantatie zijn:

  • Wondlekkage
  • Dislocatie van de lamellaire greffe die wordt hersteld door een nieuwe luchtbel in te brengen
  • Een afstotingsreactie van het transplant: deze is zeldzaam in vergelijking met andere orgaantransplantaties, maar is steeds mogelijk, ook jaren na de ingreep
  • (Inwendige) ontsteking
  • Secundair glaucoom

Mogelijke symptomen van deze complicaties zijn verminderd zicht, pijn, roodheid en lichtgevoeligheid. Bij een snelle diagnose kan elk van deze complicaties adequaat behandeld worden. In geval van een afstotingsreactie zal een behandeling worden gestart met cortisone oogdruppels of zal in zeldzame gevallen leiden tot een nieuwe transplantatie.

Onze specialisten in hoornvliestransplantaties

Maak een afspraak bij één van onze oogartsen aan de stroom.

dr. Zeyen Philippe - oogarts Antwerpen Cadix

Dr. Zeyen Philippe

Cataract, Cornea en Refractief chirurg